De airconditionings zijn geïnstalleerd in de nieuwe operatiezaal. In de
oude operatiezaal kon de temperatuur oplopen tot 40 graden Celsius. Neem
daarbij nog een operatiemuts, mondmasker en een steriele schort… en we hebben
een extra omloopverpleegkundige nodig om het zweet weg te vegen van het gezicht
van de arts en instrumentist. Vanaf morgen is dat verleden tijd: driewerf
hoera!
Vorige week zondag mochten we Francesca verwelkomen, een anesthesiste uit
België, die het project al tweemaal bezocht. Dankzij haar en Marianne (een drijvende kracht achter het project “een Hart voor Bumba”) arriveerde in
augustus vanuit België een vliegtuig in Kinshasa volgeladen met medisch
materiaal. De 104 dozen werden vervolgens op een schip geladen en kwamen enkele
weken later stroomopwaarts op de Congostroom aan in Bumba. Het tweede vliegtuig
(dat onder meer een radiografietoestel bevat) staat inmiddels bijna
vertrekkensklaar.
Haar komst kwam voor ons als geroepen.
Francesca zou het operatiekwartier operationeel maken (terwijl wij
voordien reeds enkele voorbereidingen getroffen hadden). Daarnaast heeft ze ons
de afgelopen tien dagen geholpen om enkele verbeteringen aan te brengen in het
verloskwartier. Zo hebben we kleine matrasjes gemaakt die voor de opvang en
reanimatie van de pasgeborene dienen (zowel in het operatiekwartier als in de
verloskamer). Ook hebben we gewone matrassen gekocht en verpakt in afwasbaar
plastic. Deze matrassen zullen de rieten matten vervangen in de arbeidskamer.
Na de bevalling komt de vrouw namelijk terug in de arbeidskamer om samen met
haar baby te bekomen. Aangezien bevallen vrouwen geen maandverbanden ter
beschikking hebben (ze gebruiken vodden die werkelijk geen druppel bloed
absorberen), druipt het bloed door de rieten matten op de grond. Die matten
zijn ons inziens allesbehalve comfortabel en hygiënisch en mits een veel beter
alternatief dus verbrandensklaar. J
Tussen de twee bedden op de arbeidskamers hebben we gordijnen
geïnstalleerd, waardoor twee aparte compartimenten werden gecreëerd en de
privacy van onze mama’s (in spe) nu gewaarborgd wordt. Ook een reorganisatie
van de verloskamer drong zich op. De kast met verloskundig materiaal moest
grondig worden herbekeken. We hebben een nieuw systeem bedacht om het materiaal
te schikken, te gebruiken en aan te vullen. We kregen de zegen van alle
vroedvrouwen tijdens de vergadering deze week en vanaf volgende week treedt het
nieuwe systeem in voege. De volledige uitleg ga ik jullie besparen, maar de
aanleiding vond woensdagavond plaats:
Na ons avondmaal (lees: pindanoten en bananen) besloten Charlotte en ik nog
even een kijkje te nemen in het verloskwartier. En we hadden ‘geluk’: een mama
zou net gaan bevallen van haar zesde kind (een Congolees gemiddelde). Charlotte
begeleidde de bevalling (in het Lingala!) en bracht een gezonde pasgeborene ter
wereld. Nog geen twee minuten later kwam een tweede parturiënte
binnenstrompelen en nog voor zij op de verlostafel kon klimmen, zakte ze door
haar benen en jawel….. daar schoof een baby over het beton. Snel werden schaar
en kocher erbij gehaald om af te navelen, maar er waren nergens doeken om de
baby in te wikkelen. De vrouw was alleen naar het ziekenhuis gekomen en had
geen spullen bij… Ze was onderaan behoorlijk ingescheurd van de veel te snelle
bevalling. Toen ik haar op de verlostafel kreeg om de scheur te hechten, bleken
er geen steriele handschoenen meer te zijn, geen draad om te hechten, geen
steriele instrumenten, geen steriele kompressen… En ik had ook mijn felbegeerde
koplamp niet bij. Ik moet er geen tekening bij maken, het ging moeizaam.
Gelukkig was Francesca er ook om ons te helpen waar ze kon (de omgekeerde
wereld: arts werd omloop!). Terwijl ik nog steeds aan het hechten was, kwam de
derde vrouw binnen en beviel nog voor we met onze ogen konden knipperen van een
gezonde jongen. Drie bevallingen op dertig minuten. Als je op dat moment als
vroedvrouw alleen op dienst bent (wat meestal het geval is), moet alle
materiaal aangevuld en binnen handbereik staan om geen ‘farcen’ tegen te komen.
Vorige week zijn we een baby verloren. Tijdens een niet-vorderende
uitdrijving trad een uterusruptuur op (zeldzame complicatie waarbij de
baarmoeder scheurt). De baby kon niet meer gered worden en stierf nog vóór de
keizersnede kon uitgevoerd worden. De moeder had tijdens de keizersnede enorm
veel bloed verloren, maar kroop door het oog van de naald. Ze heeft het
gelukkig gehaald.
Zondag werden we ’s avonds opgeroepen om naar de materniteit te komen. Een
meisje werd geboren na zes en een halve maand zwangerschap, een piepklein wezen
met een gewicht van één kilogram. Nadat Francesca vastgesteld had dat alle
vitale parameters uitstekend waren, gingen we aan de slag om een
geïmproviseerde couveuse te maken. Uiteindelijk hebben we een warmwaterkruik
gevonden om het meisje op temperatuur te houden. We hebben haar tot ‘Siefralotje’
gedoopt! En ze doet het goed! We kolven
moedermelk af en stimuleren de moeder om het met een spuitje te voeden (ze is
nog te klein om zelf te drinken aan de borst). Soms is het frustrerend en
vermoeiend om op een muur van apathie te botsen bij dergelijke moeders. Alsof
ze het al opgegeven hebben, terwijl hun kind eigenlijk aan het vechten is om te
overleven. Elke dag blijven aanmoedigen is de boodschap, maar ik merk dat dit
van mij soms veel energie vergt, wanneer ik merk dat ook bij de collega-vroedvrouwen
diezelfde ingesteldheid heerst. Alsof je als blanke een beetje tegen de stroom
op aan het roeien bent…
Verder zijn we in het college Notre Dâme begonnen aan onze lessen seksuele
voorlichting. Vorige week hebben we eerst aan alle meisjes van het tweede,
derde en vierde jaar een theorieles over de menstruele cyclus gegeven. Deze
week gaan we hierop verder met een meer praktisch georiënteerde les over het
bijhouden van de menstruele kalender en het berekenen van de vruchtbare
periode. Vrijdag begint hier ook de kerstvakantie. Daarna plannen we nog één
les over contraceptie, IST (infections sexuellement transmissibles) en
zwangerschap, waarop ook alle jongens aanwezig zullen zijn. Ook enkele vrouwelijke
leerkrachten volgen regelmatig onze lessen mee, puur uit interesse of om onze
lessen volgend jaar te kunnen verderzetten. Het is voor ons een echte uitdaging
om voor de klas te staan en in het Frans les te geven. We merken echter dat de
leerlingen heel erg enthousiast en dankbaar zijn. Dat geeft ons een enorme
voldoening. J
Wanneer we door de straten van Bumba laveren, krijgen we geregeld eens te
horen “Mondele, mondele!” (blanke!) We hebben er niets beters op gevonden dan
gewoon terug te roepen: “Moyindo!!” (zwarte!). Meestal schrikken ze dan om even
later in een schaterlach uit te barsten. Nu we aan de lessen begonnen zijn,
hoor ik geregeld ook mijn naam roepen op straat: “Françine!” (Sien is hen te
moeilijk). Vrijdag geef ik een klein feestje. We hebben in Bumba alle
ingrediënten gevonden om pannenkoeken te maken, dus het wordt vast en zeker een
gezellige boel. Voor de rest doen we het rustig aan en staat ‘genieten’
bovenaan ons lijstje. Pole pole!