maandag 20 januari 2014

"Bumba zonga mikende!"



Het mag gezegd, we hebben het jaar 2013 in schoonheid afgesloten. Enkele verre familieleden van Carlos kwamen op logement. Samen met hen trokken we de brousse in. Een colonne van zeven moto's, gevolgd door maar liefst twee volgwagens. Begeleid door een arts, politieagent en mechaniciens....er kon dus niet veel mislopen!


Het was een prachtige dag. We reden door tientallen dorpjes: kinderen dansten en wuifden, ook volwassenen riepen ons alvast een welgemeend "bo nani!" (gelukkig nieuwjaar!) toe. Onze chauffeur was heel enthousiast, de staat van de weg barslecht. Gevolg? Een klein accidentje met de jeep en enkele blauwe plekken. Desondanks genoten we met volle teugen. We reden 40km noordwaarts van Bumba, tot aan het dorpje Yakoy. Hier kwam Carlos vele jaren elke week op bezoek per moto. Hij liet in dit dorp zijn eerste kerk bouwen, ondertussen meer dan veertig jaar geleden. We waren getuige van een heel blij weerzien met de dorpelingen van de oude generatie.

's Avonds deden we ons tegoed aan apenvlees en kapitein (de lekkerste vis uit de Congostroom). Er was zelfs champagne. Ook de meeste Bumbatriciens vieren feest op deze avond. De kinderen bouwen voor de gelegenheid kleine boomhutjes met grote palmtakken, waarin ze dan spelen. Her en der zag je dus huisjes in de hoogte verschijnen. Schattig.


Op 1 januari namen we een kijkje op materniteit om onze mama's een mooi en gezond (!) jaar toe te wensen. Toen we echter ons hoofd binnenstaken in de verloskamer, bleek dat de vroedvrouw van dienst bezig was met de reanimatie van een pasgeborene. Onmiddellijk probeerden we te helpen waar we konden. Maar ondanks hartmassage en mond-op-mondbeademing konden we het kind niet redden. Een koude douche, en dit op de eerste dag van het jaar. Als dit maar de toon niet zet, dachten we luidop.
 
Ook voor enkele andere feestvierende Bumbatriciens waren de naweeën van het feestvieren bijzonder pijnlijk. Op 2 januari botsten twee motorijders tegen elkaar. Beiden overleden ter plaatse. Een motorijder die even later voorbij kwam rijden, stopte, maar reed in paniek weg toen hij de lichamen zag liggen. Omstaanders die dit tafereel aanschouwd hadden, waren ervan overtuigd dat hij schuldig was aan hun dood en vluchtmisdrijf pleegde. Ze zijn hem achterna gegaan en hebben hem vreselijk toegetakeld, tot hij ten slotte aan zijn verwondingen overleed. De familie van deze man was natuurlijk razend kwaad en heeft de volgende dag in de wijk van de moordenaars meer dan honderd huizen in brand gestoken. Ook drie scholen en gezondheidscentra moesten eraan geloven. Ook hier vielen slachtoffers, de anderen sloegen op de vlucht. Het volledige verhaal, inclusief beeldmateriaal, vind je ook terug op de blog (www.bumbanotredame.blogspot.com). Niet voor gevoelige kijkers...

We waren ronduit geschokt, dit alles speelde zich af op 3 kilometer van de parochie. Tot nu voelden we ons in Bumba echter heel erg veilig. Enkel na zonsondergang lieten we ons begeleiden door nachtwakers. We hoopten dat hiermee de veiligheidsmaatregelen niet verstrengd zouden worden... De dagen daarop werden echter nog enkele moorden gepleegd. De prijs voor overspel en diefstal betaalt men in de Equateur blijkbaar soms met het leven. De drang naar vergelding is hier beangstigend groot... Een niet zo geruststellende gedachte.


Maar gelukkig bleven we gespaard, zodat we nog twee heerlijke weken konden doorbrengen. Op 4 januari viert men hier 'les martyrs de Congo', een feestdag ter nagedachtenis van de slachtoffers bij de opstand in 1960 in de aanloop naar de onafhankelijkheid. Op 6 januari hervatte het college haar lessen, zodat ook wij ons lessenpakket konden afronden voor onze terugkomst. De laatste les handelde over contraceptie en vooral over het belang van condoomgebruik voor de preventie van soa's. Als voorbereiding schuimden we apotheken af in Bumba. Wat bleek? Voorschriften bestaan hier niet, alle medicatie kan vrij verkocht worden. Zelfs antibiotica, bloeddrukverlagers, insuline of anticonceptie... Bovendien kan elke persoon die over voldoende kapitaal beschikt een apotheek openen. Ondanks de tientallen apotheken in Bumba, is geen enkele apotheker werkzaam die adequate en correcte informatie kan verschaffen aan klanten. We besloten hier de leerlingen attent op te maken, en dus ook op het belang om een arts te raadplegen alvorens contraceptieve middelen te gaan gebruiken. Op de parochie haalden we een projector van onder het stof en maakten een powerpoint presentatie, die sprekende foto's bevatte van enkele seksueel overdraagbare ziektes. We zorgden voor voldoende didactisch materiaal en wat spektakel, opdat deze les heel lang zou blijven hangen. En het werkte! We gaven de les aan zowel jongens als meisjes, telkens zo'n 40 tot 50 leerlingen, en het klaslokaal was muisstil. Er werden mijns inziens terechte en kritische vragen gesteld. Mythes werden opgehelderd: neen, een condoom veroorzaakt geen onvruchtbaarheid! De lessen brachten ons voldoening, de prefect en de leerlingen waren ons dankbaar. Zelfs ons Frans ging er flink op vooruit.

Verder gaven we in het ziekenhuis kleinschalige workshops over neonatale reanimatie, het gebruik van oxytocine om de weeën te stimuleren tijdens de arbeid, het plaatsen van infuuscatheters, etc. Stuk voor stuk topics waarvan we tijdens ons gehele verblijf merkten dat de kennis of de kunde nog wat te wensen overliet. Of gewoon een heropfrissing van de theorie.


Toen de verhuis van de operatiezaal erop zat, kreeg het voormalige operatiezaaltje een nieuwe bestemming: ‘la salle des pansements’ of de verbandkamer. Hier wordt elke dag de wondzorg uitgevoerd van zowel gehospitaliseerde of ambulante patiënten. We gaven het lokaal eerst een likje verf en verhuisden toen spullen en meubels. Voortaan zou de wondzorg niet langer in de tandartspraktijk moeten gebeuren. Een hele verbetering.


Sinds begin januari worden in het ziekenhuis ook 'goîtres' geopereerd. Door een tekort aan jodium kan de schildklier enorm gaan zwellen, met ernstige klachten tot gevolg. Een aandoening die vooral vrouwen treft op jonge leeftijd. De ingreep bestaat uit het chirurgisch verwijderen van de zwelling en zorgt onmiddellijk voor een hogere levenskwaliteit. Nadien heeft men bijvoorbeeld minder moeite om te slikken, en bovendien durft men zich weer onder de mensen te begeven. Een dergelijke operatie in Kinshasa kost al snel 2000 dollar. Hier in Bumba kan dokter Trésor de operatie onder lokale anaesthesie uitvoeren voor 150 dollar. Voor veel vrouwen is dat nog steeds onbetaalbaar. Om die reden zoekt pater Carlos sinds kort sponsors om de ingreep voor deze patiënten mogelijk te maken. De sponsor betaalt 100 dollar, de familie van de patiënten betaalt de rest. Reeds drie gevallen werden succesvol geopereerd. Een ervan mochten we bijwonen. Knap werk. Charlotte en ik besloten die dag om ook te sponsoren. Liefdadigheid met een heel concreet resultaat: elke sponsor krijgt een persoonlijke e-mail met inbegrip van foto's voor en na de ingreep.


Ook naast onze werkuren waren we druk in de weer. Voor de eindejaarsdagen had het personeel van het ziekenhuis twee koeien geslacht en onder elkaar verdeeld. Voor Carlos bleek het hart, de tong en de lever gereserveerd. We experimenteerden dus om enkele gerechten klaar te maken op houtskoolvuurtjes, met wisselend succes weliswaar. Maar we amuseerden ons, gingen naar de markt om ingrediënten te kopen, en leerden inventief te zijn met de weinige beschikbare groenten (spinazie, maniok, ui en tomaat). Onze inspanningen werden ten zeerste gewaardeerd door Carlos. Als wederdienst mochten we enkele uren met een motorboot mee varen op de Fleuve. Adembenemend!

Het afscheid naderde helaas snel. Op dinsdag 14 januari nodigden we de vroedvrouwen uit voor een afscheidsdrink. Met z'n achten spraken we af in een cafeetje (of wat tenminste voor een café moest doorgaan). Wij trakteerden met een drankje, de vroedvrouwen met een hapje. Er werden gsm-nummers uitgewisseld en plannen gesmeed voor een volgende visite, want "Bumba zonga mikende" (zij die uit Bumba vertrekken, komen terug)! :-)


De volgende dag namen we afscheid. Een kleine delegatie begeleidde ons zelfs tot aan het vliegveld om ons uit te wuiven. Het was tegelijk droevig, maar ook heel intens. Waar we in het heengaan konden profiteren van een directe, twee uur durende vlucht naar Kinshasa stond ons nu een ingewikkelder schema te wachten, i.e. een stop, een overstap en nog twee stops. We deden er vijf en een half uur over, maar alles verliep uitstekend. In Kinshasa logeerden we bij een Nederlander, Roland, die we tijdens ons verblijf in Bumba leerden kennen toen hij met zijn boot in de haven lag. We maakten er nog vier gezellige dagen van, hoewel Kinshasa niet de meest aangename hoofdstad is in termen van veiligheid, netheid, rust, ... De overgang naar de westerse wereld gebeurde op die manier wel geleidelijker. Ook in Kinshasa maakten we enkele feestdagen mee: op 16 januari herdenkt men de moord op ex-president L.-D. Kabila. We maakten van de gelegenheid gebruik om het mausoleum te gaan bezichtigen.


 We waagden ons ook aan een duik in een lokaal zwembad. Een hele interessante ervaring, want een doorsnee Congolees kan niet zwemmen. Gevolg? Het ondiepe zwembad werd ingenomen door ploeterende zwarten, terwijl drie blanken zich in het diepe water bevonden. Een enkele man waagde zich toch in het diepe -weliswaar met reddingsvest... :-)
 
Gisteren namen we de nachtvlucht naar Brussel. Ons Congelees avontuur zit er bijna op. Ik zeg bewust 'bijna', want graag had ik jullie allen uitgenodigd op het benefiet dat we organiseren ten voordele van het project "Een hart voor Bumba" (www.project-bumba.com). Zo kunnen we onze ervaringen nog eens met jullie herbeleven. Het benefiet gaat door op 15 februari in de Sint-Barbaracollege,   Savaanstraat 33 te Gent. Van harte welkom vanaf 15u. Hopelijk tot dan!

 

Liefs,

Sien en Charlotte

donderdag 2 januari 2014

"Prêtes pour les fêtes?"

Het pannenkoekenfeestje op kleine schaal mocht ik vergeten... Tijdens de overdracht op 19 december werden we door Soeur Antoinette (hoofd van het ziekenhuis) prompt uitgenodigd op een feest dat verzorgd zou worden door het ziekenhuispersoneel. Wat waren we benieuwd!
 
's Avonds heb ik samen met Charlotte, Francesca en Carlos afscheid genomen van mijn 24e levensjaar met een glaasje sangria, die we enkele dagen geleden op de kop hadden kunnen tikken. De appelsienen zijn hier echt overheerlijk. Op de koop toe vonden we carambolas (sterfruit) om de glazen te versieren. Wat een overdaad... En alsof dat nog niet genoeg was, maakte Carlos net voor middernacht nog een fles schuimwijn open! :-)
 
De volgende ochtend werd ik om 7u uit bed gesleurd door Charlotte. Ze had samen met Francesca de binnenplaats en de eetkamer versierd met ballonnen en slingers, ik kreeg een feesthoedje op en binnen wachtte me een uitgebreid ontbijt: omelet, koffie, versgeperst sinaasappelsap, zelfgemaakte confituur.... Deze dag kon niet meer stuk. In de voormiddag hebben we in het ziekenhuis gewerkt, in de namiddag nog twee lessen gegeven aan de tweedejaars. Daarna kwam de kleermaker bij ons langs op de parochie met de op maat gemaakte kleedjes voor het feest :-) we hadden eerder deze week alle stalletjes in Bumba afgeschuimd op zoek naar mooie stoffen, met succes! Om 17u30 werd ik achterop de moto gezwierd bij Carlos en zo -heel stijlvol- in amazonezit naar het feest gebracht :-)
 
Ik was werkelijk ontroerd. Enkele mensen hadden lekker gekookt, en de vroedvrouwen kwamen me een cadeau overhandigen, waarvoor ze allen hadden samengelegd. En wat bleek.... ik kreeg precies dezelfde stof die ik enkele dagen daarvoor in een winkeltje op de kop had getikt. Men kent hier dus blijkbaar al mijn smaak! Ze blijven verbazen, die Congolezen :-) Verder werd er veel gedronken en gedanst, we verlegden nog even naar een ander 'café', waar er meer ambiance was. 's Avonds werden we te voet naar huis begeleid. De wegen in Bumba bestaan uit aarde en zand (géén asfalt dus!) en straatverlichting is er niet. Het is dus even op je tellen passen om geen lelijke val te maken. Gelukkig was er voldoende maanlicht... we zagen zelfs onze eigen schaduw. Tussen haakjes: ook de sterrenhemel is hier om over naar huis te schrijven. Wat ik bij deze dus ook doe ;-)
 
Zondag hebben we afscheid genomen van onze geliefde anaesthesiste. Het vliegtuig zou in Bumba vertrekken omstreeks 11u. Een goed anderhalf uur later -en uiteraard stipt naar Congolese normen- zagen we een blinkend stipje aan de horizon verschijnen. Bij het afscheid werden Charlotte en ik allebei even stil. Francesca's veertiendaags bezoek is voorbijgevlogen. Binnen drie weken is het onze beurt om afscheid te nemen, en het werd plots een staalhard besef hoe lastig we dat gaan vinden...
 
Wanneer ik aan een doorsnee Congolees vraag hoe het gaat, krijg ik steevast als antwoord: "ça va un peu" of " ça semble aller". Gisteren was ik verrast toen ik een "ça va très bien" te horen kreeg. Toen ik ernaar vroeg, antwoordde hij dat hij blij was in leven te zijn, en bovendien zelfs in goede gezondheid. Wat kon hij nog meer wensen? Het leven is hier inderdaad soms een 'overleven'. Mensen leiden -en lijden- hier een hard bestaan, maar desondanks valt hier vast en zeker een 'joie de vivre' te bespeuren. Hun aanleg voor dans en zang, grappen maken op de (voor ons) meest onmogelijke momenten, hun gastvrijheid en vrijgevigheid, ...
 
Onlangs waren we met Carlos aan het grappen dat bij menig Congolezen enkele genen ontbreken. Ik denk hierbij vooral aan de zin voor punctualiteit, logisch redeneren en organisatie. Tot onze verbazing vertelde hij dat ooit een pediater op bezoek gekomen was en dezelfde opmerking maakte. Hij had er bovendien een plausibele verklaring voor... Tijdens de eerste levensjaren worden kinderen voornamelijk op de rug van hun moeder gedragen. Wanneer er zich bijgevolg iets afspeelt voor de ogen van de moeder, kunnen zij dat niet zien. Op die manier leren ze volgens hem tijdens hun vroege ontwikkeling letterlijk niet 'vooruitkijken', maar ook tijdens de latere ontwikkeling manifesteert zich dat als een onvermogen om figuurlijk 'vooruit te kijken' en zich te organiseren. Interessant...
Wanneer we dat aan de praktijk toetsen, lijkt dat mijns inziens deels te kloppen. In tegenstelling tot de Congolese vroedvrouwen zetten wij tijdens de arbeid van onze mama's alles klaar voor de bevalling, zodat we niet meer van hot naar her moeten lopen als het hoofd bijna wordt geboren. Ook tijdens onze lessen wordt duidelijk dat onze meisjes het moeilijk vinden om hun vruchtbare dagen vooruit te plannen. Mensen leven hier meer van dag tot dag. De levensomstandigheden "dwingen" hen soms hiertoe: het klimaat laat bijvoorbeeld niet toe om voedsel lang te bewaren, en van koelkasten is nauwelijks sprake.
 
Het is tijdens het schrijven van de blog al meermaals gebleken: een recht op gezondheid is in Congo een 'voorrecht'. Dat heeft natuurlijk alles te maken met het feit dat hier geen systeem van sociale zekerheid is. In grootsteden als Kinshasa kan je wel privé-ziekteverzekeringen afsluiten, maar in deze uithoek is daar geen sprake van.
 
Bij het inschatten van gezondheidsproblemen treedt bovendien vaak vertraging op, waardoor men laattijdig en dus met ernstigere symptomen aankomt in het ziekenhuis. Ik moet hierbij spontaan denken aan een voordracht die gegeven werd door Artsen Zonder Grenzen omtrent het 'three delays model'. Dit model gaat ervan uit dat er in ontwikkelingslanden drie soorten vertraging bestaan in de zorgverlening. De eerste vertraging betreft 'the delay in the decision to seek care' en heb ik hierboven al beschreven. Deze vertraging komt vooral voort uit het gebrek aan financiële middelen of het onvermogen om symptomen van ziekte te herkennen.
 
De tweede soort vertraging wordt 'the delay in reaching care' genoemd. Ik illustreer met een casus in het ziekenhuis. Enkele maanden geleden verloor een hypertensieve vrouw het bewustzijn en werd per moto naar het ziekenhuis gebracht. Een bewusteloos persoon vervoeren op een moto is geen sinecure en al zeker niet veilig, maar het was de snelste manier om het ziekenhuis Notre Dame te bereiken, dat 40km verderop lag. Tijdens de rit kwam de voet van de vrouw in het achterwiel van de moto terecht. Gevolg: de vrouw is sindsdien gehospitaliseerd en zit in een rolstoel. De voet heeft men gelukkig kunnen redden... Zondag kwam ook een zwangere vrouw toe, die heel lang onderweg was: haar vliezen waren thuis gebroken en de navelstreng hing uit de vagina. Baby's die in dergelijke situatie niet binnen het kwartier worden geboren, zijn meestal ten dode opgeschreven. Bij opname kon er dan ook geen foetale hartactiviteit meer worden geregistreerd... Het zou haar negende bevalling worden, maar slechts drie van haar kinderen zijn nog in leven.
 
De laatste vorm van vertraging heet "the delay in receiving care" en treedt op wanneer de patiënt effectief medische hulp heeft gezocht, maar er onvoldoende medisch materiaal of medisch geschoold personeel voorhanden is om adequate zorg te verlenen. Hier kunnen wij als vrijwilligers het 'gemakkelijkst' op inspelen.
 
Het project "een hart voor Bumba" streeft er dan ook naar om duurzame investeringen te doen, die een zo groot mogelijk publiek bereiken (zoals een radiografietoestel). Heel sporadisch kan worden tussengekomen in de betaling van de behandeling van patiënten, zoals een baby die in juni zonder dikke darm geboren werd.
 
Naast het praktische en financiële aspect is dus ook een goede opleiding onontbeerlijk. Ik trek soms grote ogen als ik de medische of verpleegkundige kennis van stagiairverpleegkundigen of stagiairvroedvrouwen bevraag. De opleidingen zijn in Congo kwalitatief minder hoogstaand dan in Europa. Er is vaak corruptie, diploma's worden ten onrechte 'gekocht'. Wanneer je met mensenlevens werkt, is dat moraal compleet onaanvaardbaar en in een Westerse wereld haast ondenkbaar... Gelukkig is er sinds september op vraag en met de hulp van Carlos ook een "aspirant- verpleegsterschool" opgericht, verbonden aan het college Notre Dame met degelijke onderwijzers en gemotiveerde studenten. Daarnaast proberen wij ook met onze lessen in het secundair onderwijs het bewustzijn en de kennis omtrent vruchtbaarheid en anticonceptie aan te scherpen.
 
Maar naast al dat werk werd er de laatste dagen ook veel gefeest. Op kerstavond zijn we om 18u naar de mis afgezakt en aanschouwden we samen met een kleine duizend parochianen het kerstverhaal in het Lingala. Twee jongemannen kropen bijna tot in de nok van de kerk om voor lichtspot te spelen. Een hilarisch zicht.
Op kerstdag zelf maakten we 's morgens onze langverwachte en felbegeerde pannenkoeken voor de zusters en hielpen verder mee aan het fameuze Congolese gerecht "Moambe". Het is een waar spektakel: bananen, kip, pili pili, rijst, arachidenoten, palmolie, eieren en maniokbladeren. Alles moet in het bord worden gemengd tot een gelijkmatige brij (volgens Carlos een berg van Sinaï). En wonder boven wonder, het smaakte echt lekker! We waren wel ongelooflijk verzadigd, waardoor we noodgedwongen het avondmaal en het daaropvolgend ontbijt overgeslagen hebben.
 
 
 
Er kwam echter een domper op de feestvreugde. Enkele dagen later stierf Sifralotje, onze premature baby, geheel onverwachts. De avond voordien waren we nog op bezoek geweest (ze had ondertussen de kaap van 1kg bereikt!). Alle vitale parameters bleken uitstekend, dus we vertrokken met een gerust hart naar huis. Wat we niet wisten is dat 's morgens de baby voor dag en dauw door de familie meegenomen zou worden naar een traditionele medicijnman. De familie had de moeder ervan overtuigd dat er 'slechte geesten' huisden in het hoofd van het kind. Toen we toekwamen in het ziekenhuis, was zij al overleden. De familieleden waren vertrokken om haar te begraven en de moeder was al ontslagen uit het ziekenhuis. Het nieuws kwam als een slag in ons gezicht. Zoveel verontwaardiging... zoveel onmacht over dit onrecht. Onze westerse kennis en kunde, ons enthousiasme en onze zorgen zijn niet opgewassen tegen deze diepgewortelde tradities en bijgeloof. Moeilijk om te aanvaarden. Moeilijk om te begrijpen dat ook de sterkste kinderen hier geen eerlijke kans krijgen. Ik vertelde de volgende dag het hele verhaal aan mijn moeder. Ze was er ook enorm door geraakt en schreef het van zich af. Het werd een kerstverhaal.
 
"Ik ben geboren op Kerstdag 2013
het kan ook enkele dagen eerder zijn
het was alleszins rond die tijd
Ik ben geboren in een ziekenhuis
in het noorden van Congo
 
ik heb pech
ik ben te klein
ik weeg maar 1150 gram
te klein om in Congo te leven
 
mijn moeder twijfelt
ze wil mij geen naam geven
ze is bang
ze gelooft er niet echt in
 
Toevallig zijn twee Belgische vroedvrouwen
en een anesthesiste bij mijn geboorte
ze willen mij een kans geven
ze improviseren een couveuse
en houden mij warm met een warmwaterkruik
ze geloven in mij
ik vecht
 
ze stimuleren mijn moeder om melk af te kolven
ik ben te klein
te klein om te drinken aan de borst
ik heb de kracht niet
 
mijn moeder luistert
en doet zorgvuldig wat haar is opgedragen
onder begeleiding en met zoveel stimulerend enthousiasme
ze komen elke dag meermaals naar mij kijken
hoe het met mij gaat
ook telkens voor ze gaan slapen
ze geloven in mij
 
ook mijn moeder verandert
ze ziet dat ik groei
ze begint er ook in te geloven
ze legt mij al op haar buik
ik voel haar naakte huid
ik leef
 
ik vecht
ik mag al zonder warmwaterkruik leven
ik ben een sterk kind zeggen de vroedvrouwen
ieder Belgisch kind in mijn situatie is niet zo sterk zeggen ze
ik groei van al dat enthousiasme
 
ook in België is men enthousiast over mijn geboorte
er worden kaarsjes aangestoken 
men vraagt naar mij
en vraagt hoe het met mij gaat
 
mijn moeder knuffelt mij
ze ziet mij graag
ze gelooft in mij
ik weeg vandaag 1 kilogram
het is feest in het ziekenhuis
het ziet er goed uit voor mij
ik leef
 
vandaag kwam mijn familie met mijn moeder praten
ze moet mee
ik ook
we moeten naar een Afrikaanse genezer
ik moet het ziekenhuis verlaten
de Belgische vroedvrouwen merken niet dat ik weg moet
ze zijn elders aan het werk
ik ben bang
ik vecht
en ik leef
 
de Afrikaanse genezer onderzoekt mij
hij besluit dat er een vreemde geest in mijn hoofd huist
hij gelooft niet in mij
hij overtuigt mijn familie geen energie meer in mij te steken
ik ben klein
ik vecht
 
ik ben klein
ik heb pech
ze heeft in mij geloofd
mijn moeder
maar tegen de traditie kan ze niet op
ik ben te klein
ik vecht niet meer
 
ik leef niet meer

dinsdag 17 december 2013

“Mondele?! Moyindo!!”

Het lijkt alsof vadertje Winter ook in Bumba z’n intrede doet: het kwik bereikt de laatste dagen slechts een twintigtal graden. Deze dagen zijn voor ons echter een welkome afkoeling!! Vanaf de volgende nieuwe maan gaat het ‘droge seizoen’ van start. Het gaat tot augustus minder regenen, maar de temperaturen blijven ongeveer gelijk.

De airconditionings zijn geïnstalleerd in de nieuwe operatiezaal. In de oude operatiezaal kon de temperatuur oplopen tot 40 graden Celsius. Neem daarbij nog een operatiemuts, mondmasker en een steriele schort… en we hebben een extra omloopverpleegkundige nodig om het zweet weg te vegen van het gezicht van de arts en instrumentist. Vanaf morgen is dat verleden tijd: driewerf hoera!

Vorige week zondag mochten we Francesca verwelkomen, een anesthesiste uit België, die het project al tweemaal bezocht. Dankzij haar en Marianne (een drijvende kracht achter het project “een Hart voor Bumba”) arriveerde in augustus vanuit België een vliegtuig in Kinshasa volgeladen met medisch materiaal. De 104 dozen werden vervolgens op een schip geladen en kwamen enkele weken later stroomopwaarts op de Congostroom aan in Bumba. Het tweede vliegtuig (dat onder meer een radiografietoestel bevat) staat inmiddels bijna vertrekkensklaar.

Haar komst kwam voor ons als geroepen.  Francesca zou het operatiekwartier operationeel maken (terwijl wij voordien reeds enkele voorbereidingen getroffen hadden). Daarnaast heeft ze ons de afgelopen tien dagen geholpen om enkele verbeteringen aan te brengen in het verloskwartier. Zo hebben we kleine matrasjes gemaakt die voor de opvang en reanimatie van de pasgeborene dienen (zowel in het operatiekwartier als in de verloskamer). Ook hebben we gewone matrassen gekocht en verpakt in afwasbaar plastic. Deze matrassen zullen de rieten matten vervangen in de arbeidskamer. Na de bevalling komt de vrouw namelijk terug in de arbeidskamer om samen met haar baby te bekomen. Aangezien bevallen vrouwen geen maandverbanden ter beschikking hebben (ze gebruiken vodden die werkelijk geen druppel bloed absorberen), druipt het bloed door de rieten matten op de grond. Die matten zijn ons inziens allesbehalve comfortabel en hygiënisch en mits een veel beter alternatief dus verbrandensklaar. J

Tussen de twee bedden op de arbeidskamers hebben we gordijnen geïnstalleerd, waardoor twee aparte compartimenten werden gecreëerd en de privacy van onze mama’s (in spe) nu gewaarborgd wordt. Ook een reorganisatie van de verloskamer drong zich op. De kast met verloskundig materiaal moest grondig worden herbekeken. We hebben een nieuw systeem bedacht om het materiaal te schikken, te gebruiken en aan te vullen. We kregen de zegen van alle vroedvrouwen tijdens de vergadering deze week en vanaf volgende week treedt het nieuwe systeem in voege. De volledige uitleg ga ik jullie besparen, maar de aanleiding vond woensdagavond plaats:

Na ons avondmaal (lees: pindanoten en bananen) besloten Charlotte en ik nog even een kijkje te nemen in het verloskwartier. En we hadden ‘geluk’: een mama zou net gaan bevallen van haar zesde kind (een Congolees gemiddelde). Charlotte begeleidde de bevalling (in het Lingala!) en bracht een gezonde pasgeborene ter wereld. Nog geen twee minuten later kwam een tweede parturiënte binnenstrompelen en nog voor zij op de verlostafel kon klimmen, zakte ze door haar benen en jawel….. daar schoof een baby over het beton. Snel werden schaar en kocher erbij gehaald om af te navelen, maar er waren nergens doeken om de baby in te wikkelen. De vrouw was alleen naar het ziekenhuis gekomen en had geen spullen bij… Ze was onderaan behoorlijk ingescheurd van de veel te snelle bevalling. Toen ik haar op de verlostafel kreeg om de scheur te hechten, bleken er geen steriele handschoenen meer te zijn, geen draad om te hechten, geen steriele instrumenten, geen steriele kompressen… En ik had ook mijn felbegeerde koplamp niet bij. Ik moet er geen tekening bij maken, het ging moeizaam. Gelukkig was Francesca er ook om ons te helpen waar ze kon (de omgekeerde wereld: arts werd omloop!). Terwijl ik nog steeds aan het hechten was, kwam de derde vrouw binnen en beviel nog voor we met onze ogen konden knipperen van een gezonde jongen. Drie bevallingen op dertig minuten. Als je op dat moment als vroedvrouw alleen op dienst bent (wat meestal het geval is), moet alle materiaal aangevuld en binnen handbereik staan om geen ‘farcen’ tegen te komen.

Vorige week zijn we een baby verloren. Tijdens een niet-vorderende uitdrijving trad een uterusruptuur op (zeldzame complicatie waarbij de baarmoeder scheurt). De baby kon niet meer gered worden en stierf nog vóór de keizersnede kon uitgevoerd worden. De moeder had tijdens de keizersnede enorm veel bloed verloren, maar kroop door het oog van de naald. Ze heeft het gelukkig gehaald.

Zondag werden we ’s avonds opgeroepen om naar de materniteit te komen. Een meisje werd geboren na zes en een halve maand zwangerschap, een piepklein wezen met een gewicht van één kilogram. Nadat Francesca vastgesteld had dat alle vitale parameters uitstekend waren, gingen we aan de slag om een geïmproviseerde couveuse te maken. Uiteindelijk hebben we een warmwaterkruik gevonden om het meisje op temperatuur te houden. We hebben haar tot ‘Siefralotje’ gedoopt!  En ze doet het goed! We kolven moedermelk af en stimuleren de moeder om het met een spuitje te voeden (ze is nog te klein om zelf te drinken aan de borst). Soms is het frustrerend en vermoeiend om op een muur van apathie te botsen bij dergelijke moeders. Alsof ze het al opgegeven hebben, terwijl hun kind eigenlijk aan het vechten is om te overleven. Elke dag blijven aanmoedigen is de boodschap, maar ik merk dat dit van mij soms veel energie vergt, wanneer ik merk dat ook bij de collega-vroedvrouwen diezelfde ingesteldheid heerst. Alsof je als blanke een beetje tegen de stroom op aan het roeien bent…

Verder zijn we in het college Notre Dâme begonnen aan onze lessen seksuele voorlichting. Vorige week hebben we eerst aan alle meisjes van het tweede, derde en vierde jaar een theorieles over de menstruele cyclus gegeven. Deze week gaan we hierop verder met een meer praktisch georiënteerde les over het bijhouden van de menstruele kalender en het berekenen van de vruchtbare periode. Vrijdag begint hier ook de kerstvakantie. Daarna plannen we nog één les over contraceptie, IST (infections sexuellement transmissibles) en zwangerschap, waarop ook alle jongens aanwezig zullen zijn. Ook enkele vrouwelijke leerkrachten volgen regelmatig onze lessen mee, puur uit interesse of om onze lessen volgend jaar te kunnen verderzetten. Het is voor ons een echte uitdaging om voor de klas te staan en in het Frans les te geven. We merken echter dat de leerlingen heel erg enthousiast en dankbaar zijn. Dat geeft ons een enorme voldoening. J

Wanneer we door de straten van Bumba laveren, krijgen we geregeld eens te horen “Mondele, mondele!” (blanke!) We hebben er niets beters op gevonden dan gewoon terug te roepen: “Moyindo!!” (zwarte!). Meestal schrikken ze dan om even later in een schaterlach uit te barsten. Nu we aan de lessen begonnen zijn, hoor ik geregeld ook mijn naam roepen op straat: “Françine!” (Sien is hen te moeilijk). Vrijdag geef ik een klein feestje. We hebben in Bumba alle ingrediënten gevonden om pannenkoeken te maken, dus het wordt vast en zeker een gezellige boel. Voor de rest doen we het rustig aan en staat ‘genieten’ bovenaan ons lijstje. Pole pole!

vrijdag 29 november 2013

"L'Afrique nous frappe!"


Ondertussen zijn we weer een dikke week verder en durven we stilaan stellen dat we geacclimatiseerd zijn. Charlotte is enkele dagen goed ziek geweest, waarbij ik even schipperde tussen werken in het ziekenhuis en zorgen voor mijn maatje. Gelukkig raakte ze er relatief snel bovenop. De collega’s in het ziekenhuis waren bezorgd, echter met een licht spottende ondertoon wisten ze uit te brengen: “C’est l’Afrique! Le climat vous frappe, hein!” Alleen is nu al duidelijk dat niet alleen het Afrikaanse klimaat op ons een grote indruk maakt. Dit illustreren we dan ook graag met onze recente ervaringen in het ziekenhuis.

Gesponsord door het project “Hart voor Bumba”, kregen we de eer en het genoegen om een doptone te introduceren in het verloskwartier (apparaat om naar de foetale harttonen te luisteren). Hier wordt nog steeds geausculteerd met de welbekende hoorbuis van Pinard (en ja, we hebben het al aardig onder de knie!). De vroedvrouwen zijn in de wolken! Echter, er worden goede afspraken gemaakt rond de indicaties voor het gebruik ervan. We besluiten in samenspraak met Dr. Trésor om enkel de doptone te gebruiken in geval van twijfel bij foetale nood en zo de batterij van het apparaat te sparen.

Wanneer een vrouw in arbeid in het ziekenhuis aankomt, wordt ze verzocht om op de verlostafel plaats te nemen om de ontsluiting vast te stellen. Als de ontsluiting 4cm of meer bedraagt, kan ze de arbeid verderzetten in de ‘salle d’attente’. Meer dan dat is het ook niet: twee schamele bedden met een rieten mat erop. De opvolging van de arbeid is niet te vergelijken met die van bij ons. De ruggenprik of epidurale verdoving wordt hier (nog) niet toegepast, laat staan dat er andere pijnstillingsmethoden voorhanden zijn. De vrouw wordt meestal bijgestaan door haar (schoon)moeder. De man blijft thuis of toch op een veilige afstand tot het kind geboren wordt. De bevalling zelf vindt plaats in de ‘salle d’accouchement’, waar twee verlostafels van elkaar gescheiden worden door een gordijn. Vrouwen blijven in de kraamkliniek tot de navelstrengstomp opgedroogd en afgevallen is (wat ongeveer vijf dagen is). Vele vrouwen blijven echter langer, omdat ze nog niet genoeg geld verzameld hebben om de bevalling en hospitalisatie te betalen (samen een 15 euro). Anders dan in België wordt hier niet per ligdag gerekend, maar wordt een forfaitaire som betaald. De vrouwen kunnen kiezen tussen een privé-kamer of een gedeelde kamer (met zes bedden). Na de bevalling krijgen de vrouwen hun moederkoek mee naar huis in een emmertje. Tot voor kort werden de placenta's verzameld op de afvalhoop van het ziekenhuis, maar dat trok enerzijds heel wat ongedierte aan en bovendien was de stank niet te harden in deze broeierige hitte.

Indien een probleem wordt vastgesteld tijdens de arbeid, wordt soms overgegaan tot een “spoed”keizersnede. Aan de vrouw wordt wel eerst nog de tijd gegeven om zich te wassen en om dan op het gemak naar het operatiekwartier te wandelen. Dit staat in schril contrast met onze westerse normen, waarbij meestal geen tijd te verliezen is. C’est l’Afrique. Keizersnedes gebeuren hier niet onder gewone narcose, maar onder hallucinogenen (Ketamine). Woensdag assisteerden we dergelijke keizersnede, waarbij de vrouw in kwestie driemaal al schreeuwend wakker werd tijdens de operatie. We waren duidelijk niet op ons gemak, maar de arts verzekerde ons dat ze zich hiervan niets zou herinneren. Ludieke noot: net voor het knife-to-skin (aanvang van de keizersnede) laat iedereen in het operatiekwartier alles vallen om nog een schietgebedje te doen. Charlotte en ik stonden erbij en keken ernaar…

Vrouwen blijven gemiddeld zeven tot tien dagen in het ziekenhuis na deze ingreep. Dagelijks worden de wonden verzorgd. Er is zelfs een aparte kamer aangesteld voor ‘les plaies infectés’. Zo zagen we tijdens de wondzorg een vrouw die in een ander ziekenhuis reeds twee maanden geleden een keizersnede had ondergaan. Het kind heeft het niet overleefd. Op de koop toe had de vrouw geen geld om ginds de wondzorg te betalen. Gevolg? Waar normaal nu een mooi genezen litteken moest zijn, zagen we een gapende stinkende wonde waarbij de buikinhoud zichtbaar was. Alle hechtingen waren losgelaten en de huid rond de wonde was aan het afsterven. Tijdens de verzorging bestond de hoofdtaak van de assisterende verpleegkundige eruit om alle vliegen van de wonde weg te houden. Need I say more? Het is schrijnend om te zien hoe hun gebrek aan middelen hen weerhoudt om medische zorg in te roepen, waardoor de kosten ironisch genoeg oplopen door een verslechtering van de gezondheidstoestand. Frustrerend.

Wegens de aanhoudende kalmte in de verloskamer, besloten we om vanaf zondag een hele week nachtshiften te draaien. Hier heet dit ‘la guarde de nuit’. Concreet houdt dit in dat je de wacht houdt op materniteit en verloskwartier van 17u30 ’s avonds tot 7u30 ’s morgens. Als er een parturiënte aankomt in het ziekenhuis, komt de sentinel (nachtwaker) ons wekken. We delen een eenpersoonsbed: comfortabel is anders! Maar we hebben toch ten minste een muskiettennet. We slapen in een piepklein kamertje, soms met zes personen. Ook de stagiairs delen een matras (soms zelfs met drie). Af en toe krijgen we ook bezoek van een rat, de vensters van het ziekenhuis bestaan namelijk niet overal uit glas.  ’s Nachts werkt de verlichting op zonne-energie, maar een eigen koplamp is geen overbodige luxe. Zo zien we wat er aan elkaar gehecht moet worden na een bevalling of welke medicatie we effectief toedienen. De lampen hebben ook succes bij de collega’s van de nachtshift, ze zijn er als de kippen bij om er zelf mee aan de slag te gaan.

Zowel Charlotte als ikzelf deden ‘s nachts reeds enkele mooie bevallingen. Telkens werden gezonde kroezelkopjes geboren! Er kwam echter een bitter staartje aan één van de bevallingen. Toen de vader terug huiswaarts keerde, bleek dat hun hele huis leeggeroofd was. De dieven stonden waarschijnlijk op wacht tot de vrouw naar het ziekenhuis vertrok om vervolgens toe te slaan. We waren door verstomming geslagen. Enkele dagen later bleek echter dat dit een mooi staaltje acteerwerk was om te kunnen ontsnappen aan de kosten van de bevalling en het ziekenhuisverblijf…. Qua inventiviteit kan dit wel tellen.

De nachtshift van woensdag op donderdag was geen lachertje. Een vrouw met pre-eclampsie (zwangerschapsvergiftiging) kwam binnen met ernstige klachten. Haar bloeddruk was niet te stuiten. Toch ging ze spontaan in arbeid, waarbij een uur later het kind doodgeboren werd. Ten gevolge van de ziekte, had zich een placentaloslating voorgedaan en de baby is gestikt. De vrouw verloor heel wat bloed op de verlostafel. Op de koop toe begon ze enkele minuten later te stuipen. We zijn de hele nacht in de weer geweest om de toestand te stabiliseren. Gelukkig kwam haar man in aanmerking als bloeddonor en konden we diezelfde nacht nog een transfusie uitvoeren. Haar leven hing aan een zijden draadje. We kwamen te weten dat de vrouw reeds een week geleden gediagnosticeerd werd met de ziekte, maar de medicatie en de hospitalisatie niet kon betalen en terug naar huis is vertrokken…

Los van het werk op de materniteit, zijn we ook volop in de weer met het motiveren van al het ziekenhuispersoneel om het ziekenhuis proper te houden. Het is niet ongewoon om hier gebruikte naalden en ampullen op de grond te gooien. Vervolgens komen kleine kinderen op bezoek, die spelen in het gras… We moeten er geen tekening bij maken. Het is ronduit gevaarlijk. Er zijn nochtans genoeg naaldcontainers in het ziekenhuis aanwezig. Alleen moeten ze ook daadwerkelijk in gebruik worden genomen. Ik heb soms de indruk dat de verantwoordelijkheidszin en de betrokkenheid naar patienten toe bij het verpleegkundig personeel in belangrijke mate ontbreekt. Laat dit nu net belangrijke competenties zijn voor gezondheidswerkers....

Bovendien heerst hier ook het probleem van systematisch hergebruik van naalden en spuiten. Dit willen we tegengaan. Echter, al het gebruikte materiaal komt op de rekening van de patiënt. Dit heeft als gevolg dat hoe sterieler wij willen werken (propere handschoenen, verse naalden of infuuszakken) hoe duurder dat komt te staan voor de patiënt. Niet logisch dus.

In de nabije toekomst staat een bezoek aan het andere ziekenhuis in Bumba (l‘hopitâl général) op de planning. Naar het schijnt zijn de omstandigheden daar nog veel slechter.  We zijn benieuwd... We zijn ook bezig met de voorbereidingen om enkele lessen te geven over de vrouwelijke cyclus aan de meisjes van het eerste en tweede middelbaar. De lessen over de menselijke voortplanting worden hier slechts gegeven in het vijfde middelbaar. Een beetje vijgen na Pasen want in het ziekenhuis zien we hier vaak jongere meisjes bevallen (13-14 jaar). De bedoeling is om hiermee meer inzicht te creëren in de werking van hun eigen lichaam en de vruchtbare periode tijdens hun cyclus.

Na onze nachtshiften zullen we ons ook bezighouden met de inrichting van het nieuwe operatiekwartier. De airconditioning is geïnstalleerd (hoera!) en de muren zijn geverfd. In december krijgen we bovendien versterking. Een Belgische anesthesiste komt ons gedurende twee weken vervoegen en zal zich vooral bezighouden met de opleiding van het OK-personeel.

We merken dat de Bumba-inwoners ook stilaan gewend zijn aan onze aanwezigheid. Naast de vele huwelijksaanzoeken van Congolese jongemannen, krijgen we ook geregeld bezoek van enkele vrouwelijke leerkrachten in het college die ons meenemen om de buurt wat te leren kennen. We hebben ook de scholen die verbonden zijn aan de parochie een bezoekje gebracht. L’école maternelle biedt elke voormiddag opvang en onderwijs aan een vijfhonderdtal kleuters. Het was een fraai zicht: alle meisjes in een roze jurkje, de jongens in een babyblauw kostuumpje. We hadden opnieuw veel bekijks! Morgen zijn we uitgenodigd op een feest in het college van Notre Dâme, om de afgestudeerde studenten van het vorige schooljaar te feliciteren. Merkwaardig genoeg bevinden de meeste van deze studenten zich ondertussen in Kinshasa of een andere universiteitsstad en zal er dus vooral door de leerkrachten feestgevierd worden.... We merken toch dat het deugd doet om af en toe eens wat uren buiten de ziekenhuismuren door te brengen. Het is meteen een andere realiteit.

Wie het reilen en zeilen op de parochie in het algemeen eens wil volgen, kan ook altijd terecht op de website www.bumbanotredame.blogspot.com (hier soms wel foto’s terug te vinden). In de wandelgangen hebben we opgevangen dat er binnenkort ook een artikeltje over ons zal verschijnen. Spannend!

Liefs

Sien en Charlotte

 

zondag 17 november 2013


Bonjour à tous, Mbote!
Een eerste korte update uit het broeierige Bumba! In de schaduw geeft de thermometer op dit moment 35 graden aan. Van een contrast gesproken!
Vorige zondag zijn we eindelijk op onze bestemming geraakt. Dinsdag kwamen we ’s nachts aan in Kinshasa, waar we verbleven in afwachting van de binnenvlucht naar Bumba. Die was voorzien op woensdag, maar werd verplaatst naar zaterdag. Vervolgens werd de vlucht van zaterdag geannuleerd omdat er te weinig passagiers waren. Dus vlogen we uiteindelijk zondag in alle vroegte én met een rechtstreekse binnenvlucht (wat een luxe, 2.5u ipv 9u) naar hartje Congo, 1000km ten noorden van Kinshasa, middenin de “brousse”. Bumba, een stad gelegen aan de Congostroom, telt ongeveer 200.000 inwoners en bestaat uit vier parochies. Wij verblijven in de parochie Notre Dâme, waar pater Carlos Rommel (uit Roeselare) reeds tientallen jaren actief is. Onder zijn verantwoordelijkheid werden enkele scholen opgericht (l’école maternelle, l’école primaire, la collège en sinds kort l’école d’infirmières) en l’hopitâl Notre Dame. De laatstgenoemde wordt gedurende acht weken ons werkterrein.
We overnachten in één van de gastkamers van Carlos, gelegen op een steenworp van het ziekenhuis. Na een gammele binnenvlucht worden we door hem verwelkomd met een frisse Congolese pint. Uiteraard worden we ook getrakteerd op  talrijke nieuwsgierige blikken en nerveus gegiechel van omstaanders. Nog diezelfde dag zijn we uitgenodigd voor een feest ter ere van St. Rafaël in een wijk hier niet zo heel ver vandaan. We krijgen van Carlos een lift met zijn moto. Naast de “Toleka” (fietstaxi) is de moto hier het voornaamste transportmiddel. Uiteraard worden de meeste kilometers hier wel te voet afgelegd…
We werden er hartelijk onthaald en mochten onmiddellijk genieten van de Congolese gastvrijheid. Muziek, dansen, eten, … Als eregasten op het feest kregen we als lekkernij ingewanden voorgeschoteld (lever, tong, darmen, …), maar ook geplette maniokbladeren, slakken uit de jungle, geplette bananen en kip. Wat voelden we ons vereerd! Bij de eerste schemering keren we huiswaarts. Hier gaat de zon al onder om 17u30, maar de dag begint ook al om 5u30.
Op dat tijdstip werden we maandag dan ook (letterlijk!) uit ons bed gezongen. Elke dag wordt in Bumba namelijk ingezet met een misviering. Ochtendstond heeft goud in de mond: om 7u30 staan we helemaal klaar om aan de eerste werkdag te beginnen. De dag in het hospitaal begint met een ‘transmission’, waarop al het ziekenhuispersoneel aanwezig is (de poetsvrouw, loketbediende, verpleegkundigen, vroedvrouwen, dokter, stagiairs, de zusters,…). In het ziekenhuis is maar één arts tewerkgesteld: Dr. Trésor. Hij heeft z’n naam echter niet gestolen. Als jonge arts is hij hoofd van het medisch personeel, en hij doet het heel goed.
Het ziekenhuis bestaat uit zeven paviljoenen, waaronder een operatiekwartier (momenteel onderhevig aan renovaties), verpleegafdelingen, een labo, een apotheek, consultatieruimtes en een materniteit. Ons verhaal zal zich voornamelijk hier afspelen.
Vanaf de eerste dag zetten we grote ogen op. De gelijkenissen met een westers ziekenhuis zijn ver te zoeken. Elke verpleegafdeling heeft zijn eigen binnenplaats, die gebruikt wordt om te koken en te eten. Voor alle duidelijkheid: het is de familie die instaat voor het onderhoud van de patiënt. Dit betekent: wassen, kledij, voedsel, enz… Dit impliceert dat er in het ziekenhuis wel altijd heel wat bedrijvigheid heerst: het lijkt een klein dorpje op zich. Moto’s en fietsen staan er geparkeerd, vrouwen verkopen er voedsel, iedereen loopt er binnen en buiten.
We walsen even door de dagelijkse gang van zaken. Maandag en donderdag doet de arts met zijn entourage een zaalronde: bekijken en bijstellen van de behandelingen voor de zieken. Elke dinsdag en vrijdag vinden de geplande operaties plaats. Dat betekent dat er ook enkel op die dagen stroom is (en er ook enkel op die dagen instrumenten gesteriliseerd kunnen worden). Op materniteit worden er op dinsdag en vrijdag prenatale consultaties georganiseerd, op donderdag labo’s, en sporadisch op woensdag de postnatale consultaties (met vaccinaties). Zo werden woensdag maar liefst 156 baby’s gewogen en gevaccineerd. De mama’s maken er een echte wedstrijd van. Ze kleden zichzelf én hun kind op om naar het ziekenhuis af te zakken. Tot onze grote verbazing zijn er zelfs fotografen aanwezig die tegen betaling een portret maken van moeder en kind. En toegegeven, het was een kleurenpracht van jewelste!
Ook op de prenatale consultaties komt veel volk af. De vroedvrouwen pakken het ook slim aan. Wie om de vier weken op consultatie komt, betaalt minder voor de bevalling. Een bevalling zonder voorafgaande prenatale consultatie kost 6500 CF (6,5euro) tegenover 5000CF (5euro) met prenatale consultaties. Voor ons slechts anderhalve euro verschil, voor hen soms een wereld van verschil. De patiënten betalen naast de bevalling ook de handschoenen die werden gebruikt, het maandverband, het partogram, de medicatie, etc. Ook wordt van de familie verwacht dat zij na de bevalling de verloskamer schoonmaken en het gebruikte materiaal afwassen.
Het valt ons onmiddellijk op hoe groot het gebrek is aan (medisch) materiaal in het ziekenhuis. Wat voor ons als westerse vroedvrouwen een evidentie lijkt, vinden we hier niet terug. Er is bijvoorbeeld geen stromend water. Voor de reanimatie van de pasgeborene moeten we ons beroepen op een neuspeertje (aan te kopen door de mama in kwestie – geen neuspeertje is pech), wat genoeg is om de bovenste luchtwegen vrij te maken. Een baby die in slechte conditie geboren wordt, heeft dus weinig overlevingskansen.
Deze week kwam een vrouw toe die plots thuis bevallen was. Het kind werd echter veel te vroeg geboren (6 maanden zwangerschap). Na tientallen kilometers kwam ze bij ons aan in het ziekenhuis. Helaas zijn hier geen couveuses of beademingsmogelijkheden om deze prematuur op te vangen. Kangoeroeën (huid-op-huid-contact met de moeder) is dan wel het beste alternatief, maar het jongetje is toch diezelfde nacht nog overleden…
Vele vrouwen in Bumba doen nog beroep op een traditionele vroedvrouw (zonder medische scholing). Ze wekken weeën op door lavementen op basis van allerlei kruiden. Vaak brengt men hierdoor de foetus in gevaar en wordt er in allerijl nog een spoedkeizersnede uitgevoerd in het ziekenhuis, met catastrofale gevolgen van dien. Deze week stierf ook een pasgeborene door toedoen van deze praktijken.
Gelukkig hebben we ook al mooie bevallingen gezien. Het is momenteel uitzonderlijk kalm op het verloskwartier. Waar normaal gezien 150 baby’s per maand het levenslicht zien, zijn het er voorlopig nog maar 38 voor de maand november. Een historisch dieptepunt. Misschien brengt de volle maan hier snel verandering in? Het gaf ons wel de kans om ons vertrouwd te maken met de gang van zaken in het ziekenhuis, iedereen te leren kennen en ook mee te volgen in het operatiekwartier (twee keizersnedes) en het labo. We volgden ook een les mee in de pas opgestarte verpleegsterschool. Alle lessen worden in het Frans gegeven, hoewel de gesproken taal in Bumba het Lingala is. Vele patiënten in het ziekenhuis spreken echter geen Frans, waardoor het voor ons iets moeilijker ligt om contact met hen te maken en we aangewezen zijn op het lokale ziekenhuispersoneel. We doen ons uiterste best om ons de meest courante woorden in het Lingala meester te maken!
We maken het hier dus goed: na onze uren in het ziekenhuis is er nog tijd voor ontspanning. Elke maandag gaan we ‘s avonds bij de zusters eten. Onze ervaringen (of frustraties) kunnen we ’s avonds delen met Carlos. Er wordt ook heel wat gelezen en geschreven. We werden ook al uitgenodigd bij een familie Grieken die hier gevestigd zijn en een grote rijstfabriek bezitten. Een bezoekje aan de Congostroom, etc.
Vandaag waagden we ons aan de Congolese danspasjes tot grote hilariteit van de omstaanders. Het leverde enkele mooie foto’s op. Helaas is het internet hier te traag om jullie te laten meegenieten.  Geduld is een mooie deugd  - en dat hebben we hier al meermaals aan den lijve ondervonden.
A bientôt!
Sien en Charlotte